top 750 (2012)
dinsdag 15 november 2011
Elbow 14-11-2011 Heineken Music Hall
Het is maandagmiddag 14 november 2011, ik pak mijn tas, een envelop met 4 geprinte A4tjes, kijk nog even snel of ik ook de beurs heb ingepakt, wat zeker nooit onbelangrijk is. En trek uiteindelijk mijn jas maar eens aan. We, ik ga natuurlijk niet alleen Corné gaat ook mee, stappen uiteindelijk rond half één in de auto en kachelen naar het westen. Waar we zonder problemen uiteindelijk de Woonmall weten te bereiken, dit blijkt echter achteraf een domme keus, vooral voor die beurs…
Auto geparkeerd en dan via het Woonmall naar het station lopen, want zoals ik al zei, ik had 4 A4tjes in mijn tas, dus er zouden nog 2 (muziek)vrienden met ons mee gaan… Wij zijn in ieder geval eerst naar het station gelopen om te kijken hoe ik aan kaarten voor het openbaar vervoer moest komen, want een OV-chip kaart bezitten wij niet. Eerst nog even een berichtje gestuurd naar Mark, zodat ook zij wisten waar wij eventueel te vinden waren. Kreeg keurig een berichtje terug dat ze ook in de buurt van de Arena waren… Ondertussen staan wij al in de rij voor het GVB – loket voor een dagkaart. Toen we de kaart hadden liepen we weer naar buiten en qua timing perfect, want precies op het moment dat wij naar buiten lopen, willen Mark en Rob naar binnen. Na de begroeting zijn wij vervolgens meteen doorgelopen naar het metrostation en de stad in, want we hebben nog wel even een paar uur voordat het concert zou beginnen. Keuvelend over vooral veel muziek, en slechte internetverbindingen, glasvezel, en al dat soort zaken, komen we aan bij het CS (hier dendert nu bij toeval Station Approach door de speakers). Waar uiteindelijk nu een heuse stadswandeling op het punt van beginnen staat…
Eerst tegen de laaghangende zon inkijkende wandeling via het Damrak naar de Dam, en ja nog steeds is het daar een gezelligheid met rondvliegende duiven, waarbij we meteen al denken dat Elbow haast wel met The Birds moet gaan beginnen. Even rondkijkend op de Dam komen wij tot de conclusie dat een kop koffie wel heel erg lekker zou zijn, dus lopen wij de Damstraat in, opzoek naar een Coffeeshop waar ze gewoon echte koffie schenken, in plaats van dat we op straat theebladeren gaan staan roken. Uiteindelijk komen we bij het Rembrandt huis aan en daar tegenover zien we een enigszins rustige plek waar we konden gaan zitten en koffie drinken… Opnieuw keuvelen we over muziek en Mark blijkt helderziend te zijn want op een gegeven moment noemt hij Toontje Lager en hoor daar, Erik Mesie komt ons gehoor al binnen vallen… Toeval, wie weet ik heb even gedacht dat de dame achter de bar aan het meeluisteren was, en dj was in haar vrije tijd.
Twee koppen koffie op en we besluiten toch even iemand te gaan begroeten waar ik mijn muziek passie voor Heino mee deel :$ (ahummmm, oeps) We gaan op zoek naar zijn ark. We lopen, lopen, lopen…
Gelukkig wist Rob wel ongeveer maar hij woonde, maar een molen zei hem weer niets, toch maar even bellen, want helemaal het spoor bijster raken in Amsterdam en daardoor Elbow te gaan missen wilden we ook niet. Even bellen en na nog een enorm lange 500m weten we uiteindelijk de "So What ?" te vinden waar we een bakkie gaan doen bij Dhr. Sowhat. Helaas hebben we niet al te veel tijd en blijven een half uurtje en gaan dan op pad naar het Metrostation, gelukkig liepen we hiervoor totaal de verkeerde kant op, We hebben veel van de Piet Hein kade gezien, alleen geen Metrostation, we besluiten uiteindelijk in de tram te stappen om bij het CS te komen, uiteindelijk hebben wij vandaag wel een stadswandeling gemaakt van een kleine 6,5 km, maar Amsterdam verkennen doe je ook het beste te voet :D .
Uiteindelijk rond de klok van half zeven bij de HMH waar we eerst even een hapje gaan eten, want met een lege maag kunnen wij Elbow ook niet aan… Vervolgens lopen we naar de HMH, en gaan daar naar binnen. Jassen inleveren, munten halen en een plekje zoeken waar wij vooral blijven staan… Om acht uur komt daar de voor ons onbekende band de “Howling Bells” het podium op, waar ze hun optreden beginnen met een Charlatan aan muziek waardoor wij ze vergeleken met Sioux and the banshees wat gezien de titel van hun tweede nummer weer niet zo vreemd is (toeval !) vervolgens nog een aantal nummers met The Loudest Engine en Secrets, waarbij ik wel erg veel moeite had om Don’t run te gaan en The Faith te houden dat Elbow beter zou zijn, en nadat het Live on van deze supportact had geklonken en ik zeker had besloten om hun CD na afloop niet te gaan kopen, waren wij toe aan pauze en een borrel, en zo geschiedde, vier glaasjes fris werden er gehaald en het wachten was nu op Elbow.
En opnieuw kreeg onze eerste ingevingen de juiste invulling, want ja hoor, daar begon de band met The Birds en wat klonk het gaaf, een perfecte geluidskwaliteit, mooi beeld (voor zover ik langs de langere medebezoekers kon kijken), The Bones of you, nou die van mij zeker stonden gewoon vastgenageld in de HMH, het was genieten, ze donderden gewoon als een Mirrorball door de zaal, niks geen Neat Little Rows of Grounds for Divorce met deze band vanavond. Ondertussen hoorde ik Rob achter mij een keer praten en dacht ff, man wat doe je nu, luisteren, niet kletsen, blijkt er toch een verstekeling in de zaal te zijn, die stiekem even meeluisterde. Noes, je had erbij moeten zijn het was zo goed ! Nu zat je als The Loneliness of a Tower Crane Driver thuis, te luisteren via een telefoon.
Ondanks dat het volgende nummer The Night Will Always Win uiteindelijk een mooie afsluiter zou zijn geweest was het Some Riot van de band om het eerder te gaan spelen. Maar de drie Dear Friends achter en naast mij, hadden gewoon heerlijk rust, want ik vierde mijn eigen Elbow feestje waarbij het voor mij zeker weer fantastisch Weather to fly was met de muziek die met Open Arms werd ontvangen, of was ik nu bevangen, ik weet het niet meer, maar geen Lippy Kids op deze avond die door de muziek aan het praten waren maar muziekgenieters die zowaar Lang Zal Ze Leven konden zingen.
Om half elf hield de band het voor gezien, nou ja, zoals elke band deden ze alsof natuurlijk. Een korte plas-, rook- en drinkpauze voor de band, want zo snel zou de zaal dat ook niet kunnen, Voordat iedereen buiten zou zijn was Elbow dan alweer begonnen met hun toegift, en wat een geweld aan geluid komt er de HMH nu binnen met Starlings, en wat hadden ze een geweldige lichteffect tijdens de show. En natuurlijk was voor ons geen Station Approach te ver geweest om naar deze band te komen kijken, want ook al bestaan ze dan 20 jaar en heb ik er 19 jaar niets van gehoord, het afgelopen jaar hebben ze mij in hun muzikale ban gekregen en One Day Like This had ik voor geen goud willen missen, en ik geloof mijn 3 medebezoekers ook niet.
Helaas kwam daarmee aan het optreden echt een einde, maken wij de laatste munten op en besluiten dan dat we deze dag maar gaan afsluiten, want voor twee van ons ging de wekker met een vijf in de klok… Afscheid werd er genomen, Rob en Mark dit moeten we vaker doen…
Bedankt voor de gezelligheid het was een HEERLIJKE dag! :p
Vervolgens scheiden hier onze wegen (dacht ik), maar een klein kwartiertje later halen wij op de autobaan een rode auto in met twee, waarschijnlijk een dag doornemende pratende mannen erin, ik zwaai nog, maar helaas geen reactie, die ik kon zien tenminste, vervolgens duiken wij de dikke mist in, naar het Oosten des lands…
zaterdag 4 juni 2011
Muzikaal verhaal (muziek uit 1970)
En That's Where I Went Wrong (The Poppy Family) vandaag, want ik zit gewoon volop in de zon en let even niet op gelukkig zit er al een laag grondverf op anders was ik waarschijnlijk zo rood als een kreeft de rest van de week door het leven gegaan. Terwijl ik dus zo buiten aan het genieten was van de brandende zon op mijn lichaam kijk ik wat rond door mijn tuin, zo wordt het duidelijk merkbaar dat er dringend wat water uit de hemel moet gaan vallen And The Grass Won't Pay No Mind (Mark Lindsay), want door Het Brilletje Van Van Dalen (Luc Lutz) zie ik een Big Black Dog (Humble Pie) het gras al dringend water te geven, en of dat nou wel zo goed is voor de geel wordende sprietjes, dat weet ik zo net nog niet. Ik ga de zon dus maar even uit en zoek alvast naar de Bron-Y-Aur Stomp (Led Zeppelin) om de tuinslang op aan te kunnen sluiten. Met veel Gasoline Alley Bred (The Hollies) lukt het met om de waterput aan te slaan, en rijkelijk komen er nu ijskoude druppels lachend naar beneden en vallen op mijn grastapijtje…
Help, Help ! als een Zierikzeese Marie (Bolle Jan) zie ik dat alles wat buiten staat kleddernat aan het worden is. Dus even rapido, ik Tried So Hard (The Flying Burrito Brothers) als ik nog kan de spullen naar binnen te brengen, vandaar dat er abrupt The End (Greenfield & Cook) wordt gemaakt aan deze "reallife" story een prettige avond verder en een lieve groet van jullie Verdronken Vlinder (Boudewijn de Groot)
zaterdag 28 mei 2011
Another Muzikaal verhaal
Nee niets geen Streetwalkin' (Shakatak) in de stad maar een simpele tocht door de natuur, het kan eindelijk eens, want na een strijd met vooral Don't Want You (New Adventures) lekke banden schijnt er eindelijk een band gevonden te zijn die deze Trouble (Lindsey Buckingham) verholpen heeft en ik eindelijk in de gelegenheid ben om fietsend eropuit te gaan dus Say Hello Wave Goodbye (Soft Cell), we gaan…
Met een Ik Wil Je (Rob de Nijs) even laten ontspannen gevoel stap ik op, fiets vervolgens hoopvol de straat uit, lekker met de neus in de wind door het Sister Paradise (Time Bandits), welke Glittering Prize (Simple Minds) kan daar nog tegenaan. Bomen, weilanden, koeien, paarden, pestvoer, maar vooral die lucht van de kadavers zorgen ervoor dat je heerlijk kan genieten van de natuur. Nee er gaat niets boven het wonen op het platteland. Alleen aan de specifieke landelijke geuren zal ik nooit wennen. Bah…
Niet zeuren, kijk om je heen, het is toch fantastisch om dit moois te zien en je voelt ook alle stress van je afglijden, zo fietsend, op je fietsje met eindelijk eens geen lekke of bijna lege band. Ondertussen ben ik Shake hands (Highway) aan het doen met dat stuur, dat ik met grote moeite recht kan houden, doordat mijn afgedankte fiets ooit eens door een groep Ben jij ook zo bang (Toontje Lager) pubers tot een bouwpakket is omgetoverd. Gelukkig, I Won't Stand Between Them (Bonnie St. Claire) toen we uiteindelijk van de middelbare school het advies kregen om via het moderne medium internet aangifte bij de politie te doen van deze vernieling.
Langzaam fiets ik verder en er komen donkere wolken aanschuiven. Ja hoor, Who Can It Be Now (Men at Work) dat ik nu eindelijk fietsend eropuit ben om vervolgens een flinke bui op mijn kop te gaan krijgen, gauw daar bij die Op 't Hoekje Brandt Nog Licht (Mounties) boom mijn regenpak aangetrokken en Just Like A Woman (Rod Stewart) gooi ik de versnelling erin en race in een nieuw persoonlijk record naar huis…
Waar ik mijn fiets weer op diezelfde plek in de schuur kan gaan zetten waar hij al jaren staat, te wachten op een tochtje in de buitenlucht, met het zonnetje op zijn zadel...
maandag 16 mei 2011
Muzikaal verhaal
Terwijl we naar buiten kijken komt er vervolgens een kibbelend stel voorbij, meteen vraag ik me misschien terecht af, is het nu alweer de periode van het jaar waarbij elk Banger Hart (Rob de Nijs) van zich doet spreken, je ziet hem gewoon hardop denken, Zeg me dat het niet zo is (Frank Boeijen) maar met al de Things I Do For You (The Jacksons) kun je gerust eens afvragen hoe de toekomst eruit zal gaan zien, maar vergeet nooit I Only Have Eyes For You (Art Garfunkel ), daardoor vergeet ik dat If You're Not Scared (K's Choice) ook aan deze periode van onzekerheid altijd weer een einde komt.
Tegen de tijd dat de donkere dagen dan weer aanbreken is er No Surrender (Kane) meer zijn, aan het geweld van deze passionele Oorlog (Doe Maar) der liefde, en zeggen zowel Annabel en ik, het is All For Nothing (Meredith Brooks) maar I Would Stay (Krezip), maar mocht dat niet zo zijn slaap dan gewoon met een zwerver op een bank in het Vondelpark Vannacht (Acda en De Munnik). En toch geeft de muziek mijn een beangstigend gevoel van een I Don't Like Mondays (The Boomtown Rats) in de kroeg zittend met Marco, Paul, Rob en Hans uit de speakers, dan zwijg ik verder maar over het treurige nieuws dat ik bij thuiskomst op mijn mat vond.
vrijdag 15 april 2011
Roger Waters, The Wall (11-04-2011)
Heerlijk zo in de zon zittend en proberen te achterhalen wat de gemiddelde leeftijd was van de bezoeker, nou denk ik dat we duidelijk te maken hadden met voornamelijk 50-60 jarigen, veelal vergezeld met een kopie van zichzelf in een jongere generatie, dat de oudere generatie de boventoon voerde wat natuurlijk niet zo heel erg vreemd is gezien de leeftijd van onze artiest en vooral de leeftijd van het muziekstuk waar we naar toe gingen, want natuurlijk is dit geen concert alleen, we gaan uiteindelijk naar een rockopera, dit is toch een album met een verhaal. Ik heb zelf de show van Berlijn al enkele malen bekeken alleen niet live, en de film idem dito, maar ik kreeg nu de kans om een live-uitvoering te gaan bekijken, dus waarom deze kans voorbij te laten gaan... Rond de klok van zeven begint het buiten af te koelen en zoeken wij onze plek op in vak 106, en dan zit je mooi halverwege het stadion, maar ook dan blijkt maar weer dat het podium toch nog redelijk ver van je afstaat. Luisterend naar muziek van met name Bob Dylan en John Lennon wachten we terwijl het GelreDome zich vult tot het acht uur is…
Met een klein Arnhems kwartiertje (en dit klinkt wel even vreemd zoals ik het nu type…) wordt het donker in de zaal. Om vervolgens meteen maar met vuurwerk de show te beginnen. Veel details en dan vooral die kleine van de show zal ik door de afstand niet goed gaan zien, en ook dan blijkt gewoon weer dat ik vergeet dat ik niet moet gaan zoomen met mijn eenvoudige fotocamera, want dan is de kwaliteit van de film super belabberd, vandaar dat ik werd afgestraft met wazige niet te bekijken foto’s of zou het toch gekomen zijn doordat we niet mochten flitsen, maar wat maakt het uit, het is een spektakel dat je over de hele linie van het podium moet gaan bekijken en horen, en voor mijzelf gewoon op het netvlies staat als een gaaf showtje. O, dit klinkt alsof het een matige show was, maar niets is minder waar het was een fantastische show waarvan je elke minuut oren en ogen tekort kwam. De muziek kende ik natuurlijk maar met deze beelden maakt het zo een bijzonder geheel. En hoe actueel blijven de onderwerpen over slachtoffers in de oorlogen, misbruik van kinderen door de leraren en hoeveel kinderen hebben overbezorgde moeder of ouders. Ach en overspelige of verlatende echtgenoten zal ook nog wel in lengte van dagen aan de orde blijven. En ook nu anno 2011 is dit gewoon opnieuw visueel toe te voegen op de muur van de show. Deze muur werd tussen de zangpartijen door in de eerste helft van de show gesloten… Ik kan geen mening geven over de medewerkenden aan de show individueel, want voor mij deden ze deze show samen en ieder had daarin zijn bijdrage in dit geval. Roger kan dit toch nooit alleen en had een paar hele goede muzikanten naast zich staan en als er een beetje negatieve kritiek zou zijn, dan was het over de zangpartijen die klonken niet altijd even zuiver, nou kan dit ook aan de akoestiek liggen waar je zit in het GelreDome, al moeten we niet vergeten dat er ook een aantal schreeuw-zang momenten op het album zelf staan. Overigens heeft Roger vaker zijn teksten meer vertellend voorgedragen dan echt gezongen. Toch kende het concert een verrassend duet, al vond Roger het a strange guy, maar mother zong hij dus samen met de Roger van 1980
Goodbye Cruel World, maar nu ga ik toch echt even wat drinken, want de laatste Brick in the wall is gesloten en het is pauze .
Na de pauze gaan we verder en beginnen met Hey You, en dit nummer heb ik al eens eerder vermeld in een concert verslag, maar nu klonk het duidelijk zoals het hoort te klinken en niet die versie van Erik Mesie in de Night Of The Proms, al was dat toen doordat Rick Wright een paar maanden daarvoor was overleden… De tweede Lp heeft voor mij de meeste muzikale hoogtepunten van het dubbelalbum dus kippenvel momenten met een regelmaat van de klok. Roger Waters komt hierna voor de muur spelen en dat was maar goed ook, want de wall was to High om eroverheen te kijken… En dan de vraag tijdens het concert Is There Anybody Out There? nou ja hoor, het stadion was niet totaal uitverkocht maar behoorlijk goed gevuld was het wel. Tijdens Comfortably Numb werd de zangpartij van David Gilmour gezongen door… Tja, door wie eigenlijk, want dat kon ik dus niet zien vanaf mijn plek, ik zag alleen maar dat ergens een spotlight op scheen maar wie ? Wat maakt het uit doordat ik het juist niet zag, klonk die zangpartij zowaar geweldig en je had mij wijs kunnen maken dat het David was. De gitaarsolo werd bijzonder fraai ten gehore gebracht door Dave Kilmister (die ik dan weer wel kon zien gelukkig)
Bring te Boys back home was één van mijn hoogte punten en hoeveel boys komen er nog home, of hoeveel militairen op deze aardbol gaan er nog van home en worden uitgezonden naar oorlogsgebieden, want hieraan denk ik altijd bij het horen van dit nummer. Waiting for the worms vind ik momenteel al twee jaar een nummer waaraan ik een gevoel kan koppelen op het lichamelijke vlak, en ik was blij dat ik die gevoelens even niet zo sterk had op deze avond, maar daar wijk ik nu niet verder over uit en staat buiten een beleving van deze muur. Tegen het einde van de show en dan met name tijdens de trial werden de clips getoond die we ook tijdens oudere uitvoeringen van deze show al zagen. Ach en zoals gebruikelijk moet ik enorm gaan oppassen met het filmen ik had nog even te gaan en slechts seconden op de camera over, daarbij de muur moest nog gaan vallen. En dat deed hij, oorverdovend was het hele concert al, zo ook nu, alle blokken rolden naar beneden, wat uiteindelijk ook maar goed is want er stonden nog een aantal trailers op de parkeerplaats buiten te wachten waar alles in vervoerd kon worden, wel weer jammer dat ik daar niet op kon gaan staan wachten want het moet een fantastische konvooi zijn geweest.
Maar Nederlanders kennen toch geen rust in het gat, want al tijdens het laatste nummer stond het vak waarin ik zat blijkbaar massaal op, en ik kan me daar aan ergeren, geef de optredende minstens een applaus als ze klaar zijn, en loop niet weg terwijl ze nog op het podium staan, en wat wonnen de hardlopers er uiteindelijk mee, wij zeker niets want uiteindelijk nu niet eerst een half uur te hoeven lopen naar de auto mochten we nu een uur wachten op al die auto’s die stonden te wachten omdat ze massaal zo vroeg uit het stadion vertrokken waren. Uiteindelijk twee uur na het concert thuis, en per direct slapen, dus echt nagenieten van deze geweldige show zat er dit keer even niet in…
Damned mijn wekker ging wel erg vroeg...
woensdag 9 maart 2011
Brad Delp
Turned on some music to start my day
I lost myself in a familiar song
I closed my eyes and I slipped away
Bradley E. Delp is geboren op 12 juni 1951, en groeide op in Danvers, Massachusetts, zijn leven veranderde toen in 1964 hij als 14 jarige The Beatles in de ED Sullivan Show zag. Dit was het moment dat zijn muzikale carrière een feit werd en hij een zeer herkenbare stem in de geschiedenis van de Rockmuziek.
Hij was de jongste van de vier kinderen uit het gezin Delp, hij zong al van jongst af aan, begonnen in een kerkkoor, maar na het zien van de ED Sullivan Show, rende hij naar de winkel en kocht toen zijn eerste gitaar. Hij leerde het instrument bespelen, The Beatles zijn altijd een belangrijkste band voor hem persoonlijk gebleven. Een korte tijd later voegde hij zich bij de band The Iguanas, deze band heeft maar kort bestaan en een korte tijd later voegde hij zich bij The Monks (nee, niet de band uit Duitsland of Engeland), met deze band beleefde hij zijn high school jaren, ze gaven optredens in de lokale zaal van de YMCA. Hij werkte als productiemedewerker en maakte verwarmingselementen voor Mr. Coffee machines, gewoon een eenvoudig leven dus…
Zijn vriend Barry Goudreau veranderde dat, hij bracht Brad onder de aandacht van Tom Scholz die demo’s aan het opnemen was in de kelder, zijn studio, op dat moment. Een toevallige ontmoeting vind plaats. Tom herinnerde zich: "Ik ontmoette Brad, zacht sprekend en zeer bescheiden, toen hij auditie deed in een opnamestudio buiten Boston, in die ene nacht, zong hij een aantal nummers die ik had geschreven, hij warmde zijn stem niet eens op, en luisterde eerst naar de instrumentale versie en begon vervolgens te zingen, Ik weet niet of het twee of drie seconden duurde maar ik dacht één of andere guardian angel heeft zojuist hier de beste vocalist bij de microfoon gezet.” Hij vervolgt: “Hij bleef maar gaan en ik besefte het, dat hij niet gewoon één van de beste was, hij was geweldig! Hoge noten die ik nog nooit eerder had gehoord, gevolgd door harmonieën, met net zoveel gemak, allemaal met emotie, en met een grote technisch nauwkeurig gezongen nummers. Voordat we die nacht vertrokken had hij de teksten en melodie, gezongen en alle zangpartijen herschreven, en dat alles met de magie van zijn stem, daar stak mijn gitaarrif nog maar in een schril contrast af. Vanaf dat moment heb ik alleen maar gehoopt dat ik voor deze stem kon schrijven en met Brad mocht opnemen. "
Vervolgens werd er geprobeerd om een platencontract te tekenen bij een platenmaatschappij, maar helaas elke keer weer liepen ze tegen een muur aan, ondertussen bleven ze nummer opnemen in de kelder. Uiteindelijk worden ze beloond, toen ze een platencontract bij Epic Records aangeboden kregen. Hierdoor bracht in 1976 de band Boston hun self-titled album Boston uit, dit album haalde zowaar het Guinness Book of records, doordat het het best verkochte debuutalbum destijds was. Brad zong alle nummers van de eerste 3 albums en ook op het Corporate America was zijn bijdrage groot. Brad had natuurlijk de meest herkenbare stem en creëerde vocale meesterwerken, ging daarbij ook geen uitdaging uit de weg, alles bleek mogelijk met zijn tot goud geworden stembanden, ondertussen speelde hij ook meerdere instrumenten, naast zijn gitaar, wist hij ook keyboards en de mondharmonica te bespelen, ook was hij een getalenteerd songwriter, en schreef hij of samen met Tom de nummers op de eerste twee boston albums en op Walk On. Hij was betrokken bij alle Boston albums. Internationaal gezien kreeg hij ook erkenning van miljoenen die genoten van zijn zang, hij toerde zeven keer met Boston, wilde betrokken zijn met de fans en vond geen handtekening te veel, iemand die zichzelf dan wegcijferde en volledig ter beschikking stond van zijn fans. Brad voelde dat aan en vond dit ook belangrijk, zo ontstonden ook soort van Meet & Greet sessies bij hun optredens, handtekeningen uit delend was Brad altijd als laatste in de bus omdat er dan bij het hek nog weer iemand te wachten stond. Drummer Jeff zei ooit “Als er een rock & roll universiteit zou zijn dan was Brad een uitstekende docent geweest om de studenten te leren ‘How to be a Rock Icon’
In het begin van de jaren ’90 onderbrak hij zijn actieve bijdrage bij Boston hij had door de jaren heen al zijn songschrijvende en vocale talenten aan verschillende projecten uitgeleend, ook had hij al in 1980 meegezongen op het soloalbum van Barry Goudreau, samen met hem werkte hij ook mee aan de band Orion The Hunter, en richten ze de band RTZ op. Het laatste werk dat ze samen deden was in 2003 toen ze samen het album Delp en Goudreau uitbrachten. Brad was de laatste jaren ook enorm betrokken bij de Beatles tribute band genaamd Beatlejuice. Zoals al eerder vermeld waren de Fab Four zijn grootste invloed, en was hij een enorme fan sinds hij voor het eerst hoorde ze over de ether. Met deze groep trad hij op tot aan zijn dood.
Brad was een enorme film fan ... hij kon uren vertellen wie er regisseerde en speelden in films, de Woody karakters waren enkele van zijn favorieten, en genoot ervan om deze kennis te delen met vrienden. Hij genoot er ook van om met zijn motor door het stille platteland van New Hampshire te toeren en vierde vaak vakantie in de omgeving van Disney World. Gewoon een eenvoudige man, die 38 jaar vegetarisch at en die zich niet heeft laten verleiden door de drugs en drank het gevaar dat vaak voor een artiest op de loer ligt. Hij was 16 jaar gehuwd met Micki en hebben samen 2 kinderen, dochter Jenna, zij is een filmmaker in Californië, een zoon John Michael, hij is een chef-kok in Seattle. Toch liep dit huwelijk op de klippen en verloofde Brad zich met Pamela Sullivan met wie hij zijn laatste zeven jaren in New Hampshire leefde.
Brad was gepassioneerd musicus, en genoot ook het meest als hij daar me bezig was…
En toch ging er iets mis in zijn leven…
Op 9 maart 2007 nam hij zijn lot in eigen handen…
Brad Delp werd door Pamela dood gevonden in de badkamer van zijn huis in Atkinson, New Hampshire, enkele dagen later werd de doodsoorzaak officieel bekend gemaakt, Brad was gestorven aan een koolmonoxidevergiftiging. Op 14 maart werd bekend gemaakt dat Brad zelfmoord had gepleegd. Op de deur van de badkamer hing een briefje met de tekst:
"I am a lonely soul"
maandag 28 februari 2011
David Byron
To re-live my life
I don't think I'd care,
To change a thing
As long as I find,
Just a little peace of mind
I can dream and laugh and sing
Vandaag is het alweer 26 jaar geleden dat deze zanger overleed, dus voor mij een reden om een soort eerbetoon te maken…
David Byron is op 29 Januari 1947 in Epping, Essex, England geboren als David Garrick, hij begon met zingen toen hij 5 jaar oud was, zijn moeder was zangeres van een Jazzband, en verder was de hele familie met muziek bezig. Iedereen speelde een instrument of danste. Zo rond die tijd was hij al bezig om beroemd te worden en wilde destijds ook meedoen aan een kinder TV show. Toen hij 16 was meldde er een locale band zich die graag wilde dat David zich bij hun aansloot, bij hen deed hij één optreden en daarna sloot hij zich aan bij de band The Stalkers, deze groep had namelijk hun zanger ontslagen en daardoor was er voor David een plek vrij. Deze groep heeft echter maar zeer kort bestaan samen met gitarist Mick Box formeerde hij in 1967 Spice. Paul Newton en Alex Napier kwamen ook deze band versterken. Deze band trad voornamelijk op in lokale clubs en de vader van Paul Newton was hun manager. Ze sloten een platendeal met United Artists, daardoor kreeg Spice de mogelijkheid om een single uit te brengen What About The Music. Ken Hensley voegde zich toen ook bij de band.
Met Spice heeft David gezongen in de nummers;
Astranaza
Born In A Trunk
Celebrate
Want You Babe
In Love
Magic Lantern
Schoolgirl
Come Away Melinda en Wake Up (Set Your Sights) zijn ook twee Spice nummers die echter op het eerste album van Uriah Heep verschenen. Want daar kennen we natuurlijk David Byron het best van…
Bij deze groep was hij de leadzanger van 1969 tot 1976. Ook kreeg hij met deze band internationale roem en bekendheid. In de eerste 6 jaar groeide David uit tot één van de beste rockvocalisten en leadzanger in de wereld.
In 1975 komt zijn eerste soloalbum Take No Prisoners uit, hierop werkten ook de Heep bandleden Mick Box, Ken Hensley en Lee Kerslake mee… Maar helaas voor David en nog meer voor zijn fans werd het ook duidelijk dat deze man een enorm alcoholprobleem had. Dit leidde zelfs tot ontslag als zanger van Uriah Heep.
Ken zei destijds: David is nu typisch zo’n man die niet kon aanzien dat er ook wel eens iets fout kon gaan in je leven en dat probeerde dat te verzachten door naar de fles te grijpen…
David Byron - Steamin' Along
Het alcohol probleem van David betekende uiteindelijk het vertrek van hem uit de band, en dat geschiedde dus in Juli 1976, volgens manager Gerry Bron waren er wat onenigheid in de band ontstaan, die het verder gaan van de band in deze hoedanigheid in de weg zouden staan. Helemaal de exacte redenen zijn nooit echt duidelijk geworden, het feit was David was weg en John Wetton kwam de line up van Uriah Heep versterken… Maar de Magie van de Uriah Heep ging verloren, al zou de muziek daar niet anders door zijn gaan klinken… David werkte mee aan 10 albums van de band.
In 1977 richt hij samen met Clem Clempson (Humple Pie) en Geoff Britton (Wings) Rough Diamond op. Ze nemen één album op, maar door tegenvallende verkoop vertrekt David
Rough Diamond - Lock'n'Key
Tijd voor zijn tweede soloalbum Baby Faced Killer en de single Rich Mans Lady/ All In Your Mind, helaas kende dit ook al geen commercieel succes. Op achterkant van dit album staat trouwens een foto dat hij David dood ligt op de grond, uiteindelijk hebben ze hem jaren later dus zo ook gevonden.
Vervolgens formeert hij samen met gitarist Robin George The Byron band, ze hadden een platencontract bij Creole Records en brachten een tweetal singles Every Inch Of The Way/Routine en Never Say Die/Tired Eyes en het album On The Rocks uit. Maar helaas weer zonder het grote succes
The Byron Band - Never Say Die
Helaas werd zijn drankprobleem door de tegenvallende succes alleen maar groter en stortte hij zowaar op het podium van The Marquee dronken ineen, en uiteindelijk waren het de gevolgen van zijn alcoholproblemen zijn dood… Hij stierf aan een epileptische aanval en had een vettige lever.
Op 28 februari 1985 werd hij dood gevonden in Reading Engeland, 38 jaar jong…
Voor David zelf helaas geen Easy Livin’
Uriah Heep - Easy Livin'
zaterdag 19 februari 2011
Mijn Droom…
Even kijken ze elkaar aan, John Lennon en Paul McCartney. Na al die jaren staan ze weer samen op het podium. En wat voor Stage (Live), ze staan klaar om te gaan spelen voor een uitzinnige menigte van 72.000 toeschouwers en 2 miljard televisiekijkers. Wie had dit gedacht toen ze ruim vijftien jaar geleden met veel ruzie hun band hadden opgeheven?
Ze waren inmiddels al weer een tijdje bij elkaar, maar het samen live optreden hadden ze zo lang mogelijk uitgesteld. Het was de Ierse muzikant Bob Geldof die ze een paar weken geleden benaderde om mee te doen aan het benefietconcert Live Aid. Luisterend naar de Bohemian Rhapsody(Queen) moesten ze er even over nadenken.
Uiteindelijk was het John die de rest van de band over de Ovary Stripe (Kasabian) wist te trekken. Als dè band van de Flower of Scotland (Alestorm) generatie was het hun plicht om act de présence te geven op deze baanbrekende actie van medeleven. Ze hadden hem gelijk gegeven.
"1, 2, 3, 4" schreeuwt John en de trompettisten achter hem zetten het eerste nummer van de set in. Een paar seconden later valt de band samen met het voltallige publiek in: "Love, love, love…"
Nog maar vijf jaar geleden werd de wereld opgeschrikt door het bericht dat ex-Beatle John Lennon voor zijn appartement in New York was beschoten door een gestoorde fan. Lange tijd was zijn toestand kritiek, maar na vier spannende dagen werd de populaire muzikant weer wakker. Wonder boven Wonder Boy (The Kinks) hadden de twee kogels alle belangrijke organen gemist.
Good karma (Deadmau5), had zijn vrouw Yoko het genoemd.
Het incident had zijn leven veranderd. Het voelde als een tweede kans, vertelde hij in de Amerikaanse talkshow van Johnny Carson, een paar dagen na zijn Hospital Song (Ben Folds Five). Hij had de kans gekregen om dingen anders te doen.
Zijn oude vriend Paul had hij daarom maar opgebeld. Met veel moeite, want er zat nog steeds veel King of Pain (the Police). Het was een goed gesprek, oude jongens krentenbrood, zoals dat vaak gaat bij mannen die elkaar lang niet meer hebben gesproken. Tweeënhalf uur hadden ze aan de telefoon gehangen en plannen voor een Beatles reünie lagen al snel op tafel.
Ze hadden het gemist, het samen werken aan A Perfect Tourniquet (Anberlin)in de studio. Waar ze ruzie over hadden, wisten ze eigenlijk niet eens meer.
Toen de intentie eenmaal was uitgesproken ging het snel. George Harrison en Ringo Starr zagen een comeback ook wel zitten en twee weken later zat de fab four in de legendarische Abbey Road studio. De studio waar ze in het verleden zoveel muziekgeschiedenis hadden geschreven. Zelfs producer George Martin werd opgetrommeld om alles in goede banen te leiden.
De sessies voor de nieuwe plaat liepen gesmeerd. De rustperiode van elf jaar had de band duidelijk goed gedaan. Onderlingen irritaties werden snel uitgesproken en brandjes werden gauw geblust.
Vooral John was veranderd. Hij was geduldig naar zijn collega's toe en nauw betrokken bij de opnames. Zijn gedrevenheid om een plaat af te leveren waar hij echt trots op kon zijn, werkte als een motor voor de groep.
De kritieken op het nieuwe album (Just Like) Starting Over waren unaniem lovend. Het werd een megasucces en de gelijknamige single (een compositie van John) belandde op nummer 1 in tientallen landen.
De succesvolle comeback deed de fans logischerwijs smeken om optredens. Maar dat was iets waar de band nog steeds niet zoveel zin in had. Al in 1966 hadden ze bewust een punt achter live optredens gezet. De duizenden Some Girls (The Rolling Stones) gillen tijdens een show en het geduw en getrek bij de artiesteningang waren aspecten van het sterrendom dat ze als kiespijn konden missen. Plannen voor een nieuwe tour werden dan ook niet gemaakt, alle handtekeningenacties ten spijt.
In 1984 verscheen er wederom een nieuw album van de band, Another Tricky Day (the Who) getiteld. Drie jaar hadden ze er aangewerkt, ongekend voor een Beatles plaat. Critici bestempelden het vrijwel meteen na uitkomst als het beste werk sinds de klassieker Sgt Pepper's Lonely Hearts Club Band uit 1967.
Vragen over wanneer ze weer eens live gaan optreden wimpelde John gevat af met 'als het Frozen (Within Temptation)in hel.'
Het gejuich in het stadion houdt tien minuten aan. John, Paul, George en Ringo zitten dan al lang in de kleedkamer. Uitgeput, maar overdonderd en aangedaan door het warme ontvangst van het publiek. Misschien moeten ze toch maar weer wat gaan optreden, had Paul voorzichtig geopperd.
Het hoofd van Lucy In The Sky With Diamonds (Bono)een van de vele bodyguards verschijnt om de deur.
'Er is iemand die met jullie wil kennismaken,' vraagt hij voorzichtig aan de groep.
'Wie?,' roept John die achter in de kleedkamer zit met Yoko op schoot.
'Ene Bono, zanger van een bandje genaamd U2.'
John lacht. 'Laat maar binnenkomen. Ik heb z'n show gezien en heb nog wel wat tips voor hem.'
En dan word ik wakker, het blijkt een Baby Dream in Cellophane (Porcupine Tree)…