Zondagmiddag 16 september reisden we af naar onze hoofdstad, wat voor ons toch een kleine 150 km kachelen is. Om vervolgens ruim op tijd te zijn op zoek naar een plek om te parkeren, we willen niet te ver van de Melkweg afzitten en weten dat we dan te maken krijgen met de hoge parkeerbedragen. Bij de parkeergarage in de buurt van het Leidse plein de auto kwijt geworden, om vervolgens eerst even te kijken waar de Melkweg ook al weer precies zat om daarna een rechtsomkeer te maken naar een Ierse Pub. Daar netjes aan de cola gegaan, wat erg dom is als je in een pub bent, maar goed dat doet ook niet te zake, een steak met friet besteld want een beetje ondergrond is nooit verkeerd. Rond kwart voor zeven bij de Melkweg gaan staan wachten, daar stonden ook al een mannetje of 10 op dat moment, heerlijk rustig. Wachtend tot de deuren zich zouden gaan openen worden de dranghekken nog even vlug klaargezet, ze verwachten dus een stormloop aan bezoekers…
Half acht, precies op tijd gaan de deuren open en lopen de man of 50 die er op dat moment al waren naar binnen The Max in. Wij konden kiezen of op rij 2 voor het podium of het balkon op. Wij kozen voor het laatste. Wat ik persoonlijk een goede keus vond, heb eindelijk eens gewoon alles kunnen zien zonder een boomlange vent van 1.80 voor me (hahaha)
Klokslag 20:00 komt de Nederlandse band Color One het podium op, ergens had ik er nog nooit van gehoord en toch had ik het idee dat ik het wel kende. Als opwarmer voor de Temper Trap was dit een goeie keuze, en absoluut een leuk optreden te noemen is.
Nadat ze een ruim half uurtje voor ons hadden opgetreden was de Melkweg uiteindelijk ook meteen vol gelopen. Konden we meteen gaan genieten van de DJ die ons van muziek ging voorzien, terwijl het podium werd opgeruimd en in gereedheid werd gebracht voor onze hoofdact…
Exact om negen uur beginnen ze dan, een mooie opening met London’s Burning, muziek knalt de zaal in of nog beter langs het balkon, behoorlijk met een hoog DB niveau, dan begint Dougy te zingen, oeps te zacht hij komt niet boven het oorverdovende geluid uit lijkt het wel, waardoor ik zijn bijzondere stemgeluid en de gezongen teksten niet echt kan volgen, jammer… Het had zo mooi kunnen zijn…
Was het dan helemaal niet mooi kan je jezelf nu gaan afvragen, muzikaal gezien was het top, en bij de enigszins rustige nummers hoorde je wel de zang, die was ook goed, maar kwam gewoon niet goed uit de verf… Gelukkig gaf de lichtshow wel veel kleur aan het geheel. Want enorme podiumbeesten zijn sommige leden van de band niet, op de bassist na dan. Nou hoeft dat natuurlijk ook niet, maar enig contact met die relatief kleine groep bezoekers zou zeker wenselijk zijn, nu was het een beetje van ik speel mijn setlist af, ruim de boel op en trek de jas aan en ga met de bus naar huis… Gelukkig dachten wij er als publiek toch anders over en waren gewoon enthousiast, en het applaus was er ook niet minder om. Muziek en nummers zijn gewoon mooi, waardoor ik het Dougy absoluut vergeef dat ik hem niet hoorde zoals ik dat zou willen, het was gewoon wel een enorme gave muziekavond met een paar momenten
Ja hoor…WAT EEN PLAAT!
Rabbit Hole is een favoriet en om die live te horen, ik ga niet zeggen wat er door me heen ging… Dat was muziek dat je kon voelen… Zelfs op film niet vast te leggen…
Ik heb me wel altijd afgevraagd waarom de kaarten maar 18 euro’s waren -ik werd graag daarnaast een maand lid van de Melkweg- ondertussen weet ik dat ze dan niet erg lang zullen optreden want rond kwart over tien, stonden wij al weer buiten en hadden we dertien Temper Trap nummers voorbij horen komen, was mijn camera gevuld met veel licht en geluid, stonden de eerste beelden al op het internet en konden wij of de kroeg in of naar huis, wij hebben toch maar besloten dat we het parkeergeld wel genoeg vonden en dat we beter huiswaarts konden keren…
Eindconclusie, ondanks mijn negatieve klank, was het een hoogtepunt in mijn concertbezoekjes… die ik zeker niet had willen missen…
Setlist:
* London’s Burning, * Need Your Love * Love Lost
* Rabbit Hole* Fader * This Isn't Happiness * Trembling Hands * Miracle * Science of Fear * Resurrection * Drum Song
Even een letterlijke dweilpauze, want doordat Dougy aan het eind van de drumsong water op zijn drum had gegooid was de vloer nat… Dus dweilen maar.
Een van de meest spraakmakende bands uit het klassieke rock tijdperk, is de uit Engeland afkomstige band Bad Company, zonder enige franje creëerden zij de meest tijdloze rock anthems en wisten daardoor een onuitwisbare stempel op de rock 'n roll met een "straight-ahead" gehalte te drukken.
De Britse (hard)rockband die in 1973 werd gevormd en bij de oprichting bestond uit Paul Rodgers (zang en songwriter) en Simon Kirke (drums) (beide voorheen Free), Mick Ralphs (gitaar) (Mott the Hoople) en Boz Burrell (basgitaar) (King Crimson). Ze kende vooral grote successen in de jaren '70 onder meer met de hits: Can't Get enough en Feel Like Makin' Love.
Bad Company kwam tot leven doordat Paul Rodgers in 1973 op zoek was, om opnieuw een band te starten na het uiteenvallen van zijn legendarische band Free. Paul Rogers ontmoette Mick Ralphs de gitarist van Mott The Hoople en nadat ze samen hadden zitten jammen en naar elkaars nieuwe nummers hadden geluisterd kwam voor Mick Ralphs het besluit om Mott The Hoople te verlaten en samen met Paul de nieuwe band te formeren. Het duo spraken de heren Boz Burrell en Simon Kirke aan en doopten zichzelf Bad Company, wat uiteindelijk door Paul is bedacht na aanleiding van de gelijknamige film.
Paul Rodgers legde het contact met Led Zeppelin manager Peter Grant en zo werd Bad Company de eerste band die een contract tekende bij het Zeppelin Swan Song-label. Wel had de naam van de band nog heel wat extra overleg nodig tussen Peter en de overige bandleden, maar de band wist Peter te overtuigen dat het geen slechte naam was…
De single Bad Company was een wereldwijde hit in 1974. Hun titelloze debuutalbum werd 5 keer platina, dankzij het contact met Peter Grant waren ze in november 1973 al in de gelegenheid geweest om dit album op te nemen, op dit album vinden we ook het top 2000 nummer Can't Get Enough enkele andere nummers zijn 'Movin' On, Rock Steady, Ready For Love
"We werden beïnvloed door mensen als Jimi Hendrix, Cream, en ook tot op zekere hoogte door de Beatles," heeft Paul ooit gezegd, "Ik denk niet dat Bad Company als band beïnvloed is door de blues, hoewel ik een zeer grote blues fan ben. We waren gewoon aan het spelen waarbij we ons goed voelde en ik denk dat, dat de identiteit aan de band heeft gegeven met een zo’n natuurlijk mogelijke stijl" verklaarde Mick Ralphs toen.
Ze konden dan ook volledig profiteren van alle mogelijkheden bij Swan Song-Label en de van Grant's marketings vaardigheden.
Ze maakten hun officiële debuut in Newcastle City Hall in maart 1974. Ze werden op handen gedragen door de fans en critici maar ook buiten Engeland rees hun bekendheid en ook in Amerika lagen ze aan hun voeten. Vol vertrouwen gingen ze ook de uitdaging aan.
In Amerika, herinnert Paul Rodgers, het antwoord op Bad Company was daar overweldigend, nacht na nacht, toen we begonnen met de tour, had het album net enige bekendheid in de charts. En drie maanden later stonden we op nummer een. We werden met open armen ontvangen.
In de Verenigde Staten, bleef de populariteit van Bad Company stijgen, en hoewel sommige fans Rodgers stem hadden herkend van "All Right Now", blijkt dat deze groep fans toch grotendeels onbekend is met het werk van Free of Mott The Hoople.
Met een nummer één album op hun naam in Amerika, keerde Bad Company triomfantelijk terug naar Londen. De eerste tour zat erop, maar toen werden ze bijeen geroepen op het kantoor van Peter Grant en dachten ze dat ze iets verkeerds hadden gedaan. Ze gingen als een groepje strafwerk halende schooljongens naar het kantoor van Peter, waar ze het volgende kregen te horen.
Peter zei: "Nu even luisteren jongens, het is een lange reis geweest en jullie hebben je uit de naad gewerkt." waarna hij even zweeg om de spanning verder op te bouwen "But our first gold album for Bad Company is there" Dus goud voor het eerste Album.
Gesterkt door deze reactie op het album Bad Company, huurde de groep een mobiele studio van Ronnie Lane’s en installeerde die bij het Clearwell Castle in Gloucestershire in september 1974. Om een volgende serie nummers op te nemen. Het volgende album was Straight Shooter (3x platina) dat in 1975 uit kwam met daarop de ballade Feel Like Making Love.
Straight Shooter genoot opnieuw van een groot internationaal succes en bereikte de nummer drie op zowel de Britse en Amerikaanse album charts. En weer konden ze terugkijken op een succesvolle tour door Amerika "Het was een geweldig jaar geweest." Volgens Simon Kirke.
Bad Company was in 1975 genomineerd als nieuwe artiest voor een Grammy award.
Het nummer Shooting Star geschreven door Paul Rodgers:
"Ik ben net begonnen met het zingen van de tekst; Johnny was a schoolboy ...,' en ik dacht waar had ik het eerder gehoord? Toen drong het tot me door dat ik het nog nooit eerder gehoord had. Waardoor ik snel pen en papier pakte en de teksten en akkoorden op schreef. Het nummer stroomde zo uit mij. Soms begint een lied op de piano, gitaar of zelfs de basgitaar en hoor je vaak de hele structuur van het nummer in je hoofd. Maar dat was dus dit keer anders. Er zijn ook mensen die me vroegen of het nummer gaat over (ex-Free gitarist) Paul Kossoff (Hij stierf in 1976 op 25-jarige leeftijd een hartaanval, veroorzaakt door drugsgebruik). Maar eigenlijk, gaat dit lied over alle slachtoffers van rock muziek, want dat zijn er veel te veel."
Johnny was a schoolboy when he heard his first Beatle song, 'Love me do,' I think it was. From there it didn't take him long.
Got himself a guitar, used to play every night,
Now he's in a rock 'n' roll outfit,
And everything's all right, don't you know?
Johnny told his mama, hey, 'Mama, I'm goin' away. I'm gonna hit the big
time, gonna be a big star someday', Yeah.
Mama came to the door with a teardrop in her eye.
Johnny said, 'Don't cry, mama, smile and wave good-bye'.
Don't you know, yeah yeah, Don't you know that you are a shooting star,
Don't you know, don't you know. Don't you know that you are
a shooting star, And all the world will love you just as long,
As long as you are.
Johnny made a record, Went straight up to number one,
Suddenly everyone loved to hear him sing the song.
Watching the world go by, surprising it goes so fast.
Johnny looked around him and said, 'Well, I made the big time at last'.
Don't you know, don't you know, Don't you know that you are
a shooting star,
Don't you know, oh, yeah, Don't you know that you are
a shooting star, yeah,
And all the world will love you just as long,
As long as you are, a shooting star.
Don't you know that you are a shooting star, Don't you know, yeah,
Don't you know that you are a shooting star, now,
And all the world will love you just as long, As long you are you.
Johnny died one night, died in his bed, Bottle of whiskey,
sleeping tablets by his head. Johnny's life passed him by like a
warm summer day, If you listen to the wind you can still hear him play
Oh oh oh, Don't you know that you are a shooting star,
Don't you know, yeah, don't you know', Don't you know that
you are a shooting star,
Don't you know, yeah,
Don't you know that you are a shooting star,
Don't you, don't you,
don't you, don't you,
Don't you know, don't you
know, oh, yeah, you are,
Yeah, a shooting star, yeah, oh
oh oh oh oh......
Don't you, don't you know
that you are a shooting star,
Don't you don't you know......
Er stond nogal een bepaalde druk op de groep doordat we de eerste band waren die hadden getekend bij het Zeppelin's Swan Song-label, maar zonder Peter Grant zouden ze niet het succes hebben behaald, wat ze nu wel konden bereiken, zijn invloeden waren van essentieel belang, daarover zeggen ze zelf "Hij was een groot manager en een lovely man"
Ondertussen is het 1976 en ja, het derde platinum verkopende album Run with the Pack brengen ze uit, aangewakkerd door de klassieker van The Coasters Youngblood (1957) dat ze coverde. Het album werd in september 1975 in Grasse, Frankrijk opgenomen, nadat het uit was gekomen steeg het zowel in Amerika en Engeland naar de 5e plek
Met drie topalbums op hun naam, met daarin als sterk ingrediënt hun vaste muziekstijl met origineel materiaal, en dat alles geschreven door Paul Rodgers en Mick Ralphs "Ik dacht altijd dat het belangrijk was voor de groep om meer dan één schrijver te hebben," zegt Paul Rodgers.
Burnin 'Sky, een album met zijn stemmige en sfeervolle gelijknamige titelnummer, bereikte de gouden status in 1977, gevolgd door het dubbel platina album Desolation Angels in maart 1979. En dat wordt gezien als het laatste sterke album van Bad Company.
Rock 'n' Roll Fantasy opende het album en zette gelijk de toon voor wat er zou volgen. Paul wilde een hymne die zijn gevoelens over alles in de rock 'n' roll uitdrukte schrijven, "en daarmee het hele spectrum bestrijken, met name dat rock 'n roll' een magische illusie van kleur, geluid en licht is".
Nog een van de hoogtepunten van het album is het vrolijke nummer van Mick Ralphs Oh Atlanta. De band had een geweldige tijd gehad in Atlanta en Mick heeft dit een beetje laten voelen door Atlanta-invloeden in het nummer te laten horen. Opvallend nummer op dit album is Gone, Gone, Gone dat geschreven is door Boz Burrell.
De Affiniteit van de groep voor country muziek is in ieder geval duidelijk te horen op heel Desolation Angels. De band toerde de hele wereld over tijdens deze periode, en speelden enthousiast voor de menigte en elk concert was compleet uitverkocht.
Maar er was wel een prijs te betalen voor al dit succes. En dan met name voor Paul Rogers, voor hem kwam dan ook het punt dat hij vond dat het succes van de band zijn privéleven voorbij ging en hij besloot om Bad Company de rug toe te keren, om weer vaste grond onder zijn voeten te krijgen en een bepaalde tijd met zijn gezin door te brengen, de andere bandleden hadden geen kinderen en kende dus dit gevoel dus niet. Maar voor Paul was het duidelijk Bad Company had zijn leven overgenomen.
Na het uitkomen van het Top 30 album Rough Diamonds in 1982, verliet hij de groep en nam iedereen een time out. Terugkijkend op hun succes stopten ze op het juiste moment volgens Mick Ralphs. Paul wilde een pauze en eigenlijk waren ze hier allemaal aan toe, het succes van Bad Company was te groot geworden.
In 1986, Ralphs en Kirke besluiten door te gaan met Bad Company. Paul Rodgers is ondertussen The Firm aan het formeren (om deze naam te gebruiken moest hij trouwens toestemming vragen aan Led Zeppelin's Jimmy Page) Bad Company stond in ieder geval behoorlijk onder druk om nu ook zonder Rodgers hun succes en naamsbekendheid vast te kunnen houden.
In de zes jaar daarna zou toch blijken dat ze ook succesvol verder konden zonder Rodgers. Ze weken met hun songs af van hun bluesy (hard)rock stijl. Met name door de zang van Brian Howe, had de muziek van Bad Company meer weg van Foreigner. Het Album Fame and Fortune (1986) mede geproduceerd door Mick Jones van Foreigner, verkoopt in Amerika redelijk, maar het succes in Engeland blijft nu uit, en dat zal ook zo blijven. De band blijft succes vol in Amerika. Hun volgende album Dangerous Age (1988) opnieuw goed voor goud, Holy Water (1990) gewoon weer een platinumalbum en Here Comes Trouble (1992) was ook weer goed voor goud.
In 1995 keerde Bad Company weer terug naar hun vertrouwde bluesy (hard)rock, met de warme bluesy stem van Robert Hart. En brachten opnieuw nog 2 albums in 1995 Company of Strangers en een Stories Told & Untold(1996), uit alleen deze bleken toch niet meer zo succesvol, het waren de geschreven teksten, de zang en vooral de aanwezigheid van Paul Rodgers die Bad Company het succes hadden gebracht.
De fans en critici lieten ook deze geluiden horen, vandaar dat er in 1999 uiteindelijk de langverwachte reünie van de klassieke line-up plaats vond, en werd tevens de dubbel-CD The 'Original' Bad Co. Anthology uitgebracht, met niet eerder uitgebracht materiaal, en vier nieuwe nummers. Waaronder Hammer of Love, en laten ze zien hoe tijdloos Bad Company uiteindelijk is.
Op 21 september 2006 overlijdt bassist Boz Burrell in Spanje aan de gevolgen van een hartaanval, uiteindelijk heeft hij voor de band 2 nummers geschreven, Rhythm Machine en Gone Gone Gone.
Op 8 augustus 2008 komen de 3 originele leden weer bijeen voor een eenmalig optreden in het casino van "the Seminole Hard Rock Hotel" in Hollywood, Florida. De plaats van Boz Burrell wordt ingenomen door Lynn Sorensen. Tijdens dit optreden worden opnamen gemaakt voor een live cd en dvd. En afgelopen juni en juli 2009 toerde de band met hun 10 zomer concerten door Amerika. Waar ze uiteindelijk het meeste succes hebben gekend.
Huidige Bandleden
Paul Rodgers - vocals, piano
Mick Ralphs - guitars, keyboards
Simon Kirke - drums, percussion
Howard Leese - guitar
Lynn Sorensen - bass
Voormalige bandleden
Brian Howe - lead vocals, sax (1986-1994)
Boz Burrell - bass (1973-1982, 1986, 1998-1999)
Geoff Whitehorn - guitar (1990-1991)
Rick Wills - bass (1992-1997, 1999)
Dave "Bucket" Colwell - guitars, keyboards (1990-1997, 1999-2002, 2008)
Robert Hart - lead vocals (1994-1997)
Jaz Lochrie - bass (2000-2002, 2008)
Gary "Harry" James - drums